Home

Onderzoek naar de herkomst van kunstwerkeN


Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden vele kunstwerken en cultuurgoederen uit openbaar en uit privé bezit achtergelaten, geroofd en/of gestolen. Dit gebeurde eveneens in België. Er ontstond bovendien, voornamelijk in West- en Centraal Europa, een grote kunsthandel. Een groot aantal cultuurgoederen werd na de Tweede Wereldoorlog opgespoord, teruggevonden en teruggeven aan de rechtmatige eigenaars, erfgenamen of staten. Maar niet van alle teruggevonden cultuurgoederen was de herkomst even duidelijk, of ze geroofd waren en wie de vooroorlogse eigenaars waren. Sommige van deze cultuurgoederen belandden in openbare of in privé handen na de bezettingsjaren en de bevrijding.

Tijdens de Conferentie van Washington in 1998 onderschreef België in dit verband de principes over de, onder het nationaalsocialisme geroofde en verdwenen cultuurgoederen. De musea en culturele instellingen werkten mee met de Studiecommissie joodse goederen en de Commissie voor Schadeloosstelling om de herkomst van deze cultuurgoederen uit te klaren. Het ging om kunstwerken die mogelijk voorwerp uitmaakten van de nationaalsocialistische roof of aankopen, evenals de naoorlogse restitutie in en door België.

Het onderzoek nam een aantal jaren in beslag. Na deze enquêtes en vanuit het oogpunt van  transparantie werd besloten om de kunstwerken met een ongeïdentificeerde herkomst of met een onvolledige herkomst onder te brengen in een databank met als doel meer informatie te bekomen over de verwervingsgeschiedenis. Deze databank legt voornamelijk de nadruk op schilderijen en beeldhouwwerken die in de museale verzamelingen terecht kwamen na de Tweede Wereldoorlog. Dit onderzoek is een nauwe samenwerking tussen de Gemeenschappen, de federale overheid en de betrokken instellingen en musea.

Voor de volledigheid dient te  worden vermeld dat oorlogsomstandigheden niet de enige oorzaak van lacunes in de  geschiedenis van kunstwerken zijn. Vooral het ontbreken van documenten en  archiefstukken, maar ook andere factoren, zoals ongedocumenteerde aan- en verkopen, schenkingen, ruilen of zelfs diefstallen kunnen het opsporen van de geschiedenis van een kunstwerk bemoeilijken. Onduidelijkheden over de herkomst van een kunstwerk wijzen dus zeker niet altijd op kwaad opzet.

UPDATE: De herkomst van Bloemen van Lovis Corinth (1913, olieverf op doek, 81 x 66, inv. 6605) kon jarenlang niet worden achterhaald. Dankzij de opsporingsbericht op deze website en recente doorbraak in het onderzoek, werd de eigenaar van het werk geïdentificeerd.
Het schilderij werd gestolen van het Joodse echtpaar Gustav & Emma Mayer door de Einsatzstab Reichsleiter Rosenberg (ERR) in België. Het kunstwerk werd na de bevrijding van Brussel door Leo Van Puyvelde gerecupereerd en overgedragen aan de Dienst Economische Recuperatie, die het in 1951 toevertrouwde aan de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten (KMSKB). Eenenzeventig jaar later wordt het schilderij van Corinth op donderdag 10 februari 2022 officieel door de KMSKB aan de nazaten van het echtpaar Mayer teruggegeven, in aanwezigheid van Thomas Dermine, Staatssecretaris voor Wetenschapsbeleid.
 


Iedere informatie die de herkomst van de schilderijen kan verduidelijken, meer bepaald over de vooroorlogse periode en de oorlogsjaren, is zeer welkom en waarvoor onze dank.

CONTACT